maandag 9 december 2013

3. De Republiek in 1697

Einde van de Negenjarige oorlog (1688-1697)
Deze strijd beperkte zich tot de zuidelijke Nederlanden. Bij de vrede van Rijswijk in 1697 was bedongen dat de Nederlanden aan de Franse grens enkele garnizoenssteden mocht stichten. Deze barrièresteden waren in de praktijk van weinig betekenis. De oorlog was een uitputtingsslag. Engeland en de Republiek, verenigd onder Willem III, streden nu aan dezelfde kant. Er vonden geen belangrijke politieke wijzigingen plaats, alleen de Franse expansiedrift werd weer door een coalitie in toom gehouden.
De Turken hadden Wenen verlaten, en delen van Hongarije prijs gegeven. De keizer was voor voortzetting van de turkenoorlog aangewezen op krachten en middelen uit het rijk. Hij kon zich niet doof houden voor klachten van rijksinstanties en vorsten over de agressieve en nonchalante Franse politiek. De keizer en enkele andere vorsten schaarden zich, mede door directe dreiging van Frankrijk op hun grondgebied, achter Willem III. Hij maakte geheime afspraken met de keizer voor het geval er een oorlog zou uitbreken. De Zonnekoning had door wat Willem III met Engeland van plan was. Hij vond dit prima, dan kon hij in Duitsland zijn gang gaan. September 1688 viel hij de Palts binnen. Twee maanden later waagde hij de overtocht naar Engeland. Maart 1689 verleende hij steun aan de Ierse aanhangers van Jacobus. De Engelsen kregen in de gaten dat ze niet buiten een coalitie konden. Engeland en de Republiek maakten harde afspraken over de samenwerking op zee. De kusten van Frankrijk werden geblokkeerd. In het hongerjaar 1694, toen de oogst mislukte, verslechterde de toestand van Frankrijk.
Een gevolg van de afspraken die Engeland en de Republiek maakten, was dat men zich in Scandinavië afzijdig hield, en niet met de Grote Alliantie wilde samenwerken. De Fransen moedigden het ontstaan van deze derde macht aan. De strijd te land bracht geen spectaculaire veranderingen. De regeringen raakten weer financieel uitgeput. Niemand wist hoe ernstig de situatie in het andere kamp was. De Fransen erkenden het koningschap van Willem, en de onderhandelingen konden worden doorgezet. De belangrijkste afspraken waren al eerder en elders gemaakt, maar deze werden officieel bezegeld met de vrede van Rijswijk in 1697.

                       (www.teachersparadise.com/ency/nl/wikipedia/1/17/1703.html)


2. De familie Ultee


Wij pakken de draad op bij het gezin van Henric (gedoopt in 1655).
In het kort enige gebeurtenissen uit de periode voordat Henric naar Montfoort vertrekt. Henric wordt op 16 december 1655 te Utrecht gedoopt en treedt in 1684 in het huwelijk met Trijntje Martens. Dit huwelijk vindt plaats in Amsterdam, de woonplaats van Trijntje.

Henric beoefent op dat moment het beroep uit van lakenmaker. Tijdens de Amsterdamse periode worden er drie kinderen gedoopt en wel op:
8 februari 1685 - Aernout
12 december 1686 - Marritie
27 juli 1689 - Marietie

We kunnen aannemen dat het tweede kind (Marritie) snel overleden is. In deze tijd krijgt een pas geboren kind namelijk dikwijls dezelfde naam als het daarvoor geboren kind inmiddels overleden is.

Dan vertrekt Henric met zijn gezin naar Abcoude. Op 20 oktober 1690 wordt hij als lidmaat van de Gereformeerde Kerk ingeschreven. Hendrik Aernouts, zoals dan zijn naam is, wordt opnieuw vermeld als lakenmaker en in de periode die zij in Abcoude doorbrengen (1690-1697) worden er opnieuw drie kinderen gedoopt. Namelijk op:
29 maart 1691 - Catharina
23 september 1694 - Johannes
30 augustus 1696 - Beatrix

Vervolgens vertrekt het gezin, vader, moeder en vijf kinderen, naar Montfoort.

* * * * *


Nog eens de ‘Historie van Montfoort’


Lang geleden, omstreeks het jaar 1170, liet bisschop Godfried van Rhenen op een strategisch punt langs de Hollandse IJssel een kasteel bouwen. Deze burcht moest het Sticht – het gebied van de bisschop van Utrecht – beschermen tegen de aanvallen van de Hollandse graven. Bovendien kon de bisschop hiervandaan het soms nogal roerige Utrecht onder de duim houden. Het kasteel droeg de naam Montfoort, waarschijnlijk afgeleid van “Mons Fortis”, dat sterke berg of burcht betekent. Als commandant van het kasteel werd een dienstman uit de ridderstand benoemd. Deze kreeg de titel van burggraaf van Montfoort, alsmede enige in de omgeving gelegen goederen. De burggraven ontpopten zich als machtige heren, die een belangrijk stempel drukten op de historie van de streek.

Rond het kasteel ontstond een nederzetting, die in 1329 stadsrechten kreeg. De stad Montfoort werd ommuurd en er werd een gracht aangelegd. In de ommuring bevonden zich 24 verdedigingstorens en een bolwerk waarop de molen stond. De huidige stellingkorenmolen “De Valk” werd in 1753 gebouwd op de plek waar al sinds de middeleeuwen een molen staat. De voorganger was door de burggraaf opgericht als dwangmolen. Dit betekent dat de inwoners van Montfoort en de omliggende buurtschappen, waaronder Heeswijk, Achthoven, Mastwijk, Cattenbroek, Blokland en Willeskop, verplicht waren (onder dwang) hier hun graan te laten malen. Van de oude verdedigingswerken van het stadje resten alleen de IJsselpoort en een klein gedeelte stadsmuur langs de Provinciale weg en Achterdijk.

De burggraven van Montfoort kwamen in hun honger naar meer macht diverse malen in conflict met hun landsheer, de bisschop van Utrecht. Zo eisten zij de zogenaamde hoge jurisdictie op, waarmee zij de bisschop letterlijk tegen zich in het harnas joegen. De bisschop en de stad Utrecht belegerden het stadje Montfoort in 1387 en de burggraaf moest uiteindelijk capituleren. Het is een voorbeeld van de strijd die de burggraven van Montfoort niet uit de weg gingen om keer op keer te streven naar een machtige en onafhankelijke positie.

In 1544 stichtte de Johannieterorde een vrij grote commanderij in Montfoort, waarvan de kapel en kloostergang nog tastbare herinneringen zijn. Enkele decennia later volgde de Reformatie. De Staten van Utrecht vaardigden in 1581 een verbod uit op de katholieke godsdienstoefeningen. De burggraven van Montfoort, vanaf 1583 niet meer afkomstig uit de familie De Rover maar uit het Zuid-Nederlandse geslacht  De Merode, bleven echter de oude leer trouw. Door hun invloedrijke positie kreeg de Reformatie in Montfoort dan ook niet echt goede voet onder de grond, al ging ook hier de kerk in handen over van de protestanten.

In 1629 kreeg Montfoort te maken met een grote stadsbrand, waarbij de St. Janskerk in de as werd gelegd. De herbouw van de huidige hervormde kerk werd in 1634 afgerond en kon mede worden bekostigd uit de verkoop van landerijen van de kerk.

In 1648 noopten torenhoge schulden de burggraaf zijn rechten en bezittingen in Montfoort te verkopen. De rol van de burggraven van Montfoort was hiermee uitgespeeld. In het rampjaar 1672 werd de stad bezet door de Franse troepen. Stadhouder Willem III wist hen snel te verjagen, maar de vijand blies bij het vertrek nog wel even het middeleeuwse kasteel op. De voorburcht bleef behouden en wordt thans “Het Kasteel” genoemd.

De bedrijvigheid in het stadje was vanouds vooral gericht op de landbouw van het omringende platteland. Er waren diverse lijnbanen voor de touwnijverheid. Bekend was Montfoort ook van de fabricage van knopen, waar de inwoners de bijnaam “knopendraaiers” aan te danken hebben. In de loop van de 19e eeuw werd de steenbakkerij belangrijk, waarvoor in de nabije omgeving van het stadje enkele steenfabrieken zijn opgericht, die later verdwenen zijn.

(bron: www.montfoort.nl)

                                 http://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/beeldmateriaal/tekeningen_en_prenten/1660-1670/200217

INLEIDING 1. Montfoort

Temidden van grazige weiden, onder de rook van Utrecht, ligt het vriendelijke stadje Montfoort. De kleine gemeente aan de Hollandse IJssel is in de zomer een geliefde aanlegplaats voor watertoeristen. Maar ook voor de belangstellende mens is Montfoort het bekijken waard. Evenals de naburige plaatsen Oudewater en IJsselstein kent de stad een lange geschiedenis. Het bewaard gebleven deel van het kasteel, dat gerestaureerd is, herinnert aan de glorietijd der burggraven, aan wie Montfoort het ontstaan en de ontwikkeling te danken heeft. En wie de stad over de Hollandse IJssel door de IJsselpoort binnengaat, passeert meteen het schitterende voormalig stadhuis. Deze en andere overblijfselen van vroeger tijden roepen vragen op over de voormalige inwoners en het leven dat zij geleid hebben. Dit boek geeft op een aantal van deze vragen antwoord.

Wie zich in het verleden van Montfoort verdiept, behoort van enkele zaken op de hoogte te zijn. Tot 1648 was Montfoort een heerlijkheid die in handen was van de burggraven. Door de verkoop van het burggraafschap aan de Staten van Utrecht verkregen deze in Montfoort een heel andere positie dan in steden als Amersfoort en Wijk bij Duurstede. Terwijl die stemhebbende steden rustig hun gang konden gaan bij benoemingen, hadden de Staten in Montfoort een stevige vinger in de pap. In de Staten behoorde Montfoort samen met Utrecht, Amersfoort, Wijk bij Duurstede en Rhenen tot het derde lid en bracht als laatste van de kleine steden een stem uit.

De stad vond haar bestaan in de verbouw van enkele gewassen, de produktie van kaas en de beoefening van nijverheid van enige betekenis. Er waren goede verbindingen met andere steden over water en over land, zodat de communicatie geen probleem vormde. Op religieus gebied was Montfoort in de protestantse omgeving een bijna katholieke enclave. Desondanks vonden de diensten van de protestantse minderheid plaats in een grote kerk, terwijl de katholieken noodgedwongen in schuilkerkjes hun vieringen moesten houden.
Al deze zaken kenmerkten de stad in de zeventiende en achttiende eeuw, de periode die dit werk beschrijft.

De keuze van de periode 1697 tot circa 1780 is bepaald aan de hand van de aanwezigheid van één of meerdere Ultees. Deze begrenzing is echter niet te strak aangehouden, daar vele ontwikkelingen binnen Montfoort eerder begonnen en langer voortduurden. Binnen dit kader is gepoogd tot een dwarsdoorsnede van de stedelijke samenleving te komen. Ieder hoofdstuk behandelt een apart aspect en is als zodanig afzonderlijk leesbaar.

De kleinschaligheid van Montfoort leidt tot de vraag in hoeverre Montfoort een stad of een dorp was. Deze vraag valt te beantwoorden na beschouwing van bijvoorbeeld de functie van de stad als markt- en bestuurscentrum. Ook de aanwezigheid van stadsmuren, de bebouwingsdichtheid en daarmee samenhangend het bevolkingsaantal zijn van belang. De aanwezigheid van gespecialiseerde beroepen, de beroependifferentiatie, wordt er eveneens bij betrokken. De constatering van de verhouding tussen katholieken en protestanten in de stad roept vragen op met betrekking tot de weerslag van die verhouding op het dagelijks leven van de burgers en de behandeling van deze situatie door stadsbestuur en het bestuur van hogerhand.

Nederlandsche Jaerboeken





Bronnen:
http://books.google.pt/books?id=hmxKAAAAYAAJ&pg=PA241&lpg=PA241&dq=arnoldus+ultee+jaerboeken+1770&source=bl&ots=C81QhyPwPF&sig=0R9ecyyNHXqbNbaKVf8sadDqP-8&hl=en&sa=X&ei=PaOnUqZ67LbRBYi0gOgJ&redir_esc=y#v=onepage&q=arnoldus%20ultee%20jaerboeken%201770&f=false

http://books.google.pt/books?id=CVgVAAAAQAAJ&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q=ultee&f=false

http://books.google.pt/books?id=YFcVAAAAQAAJ&pg=PA292&lpg=PA292&dq=jaerboeken+1757+montfoort&source=bl&ots=LUyzvWVG1y&sig=P93r3dvgWPaCS4lbVrR_0Ocvt0g&hl=en&sa=X&ei=9KOnUoPqCuWd0QXXnYDICw&redir_esc=y#v=onepage&q=jaerboeken%201757%20montfoort&f=false

http://books.google.pt/books?id=erk8AAAAYAAJ&pg=PA255&lpg=PA255&dq=jaerboeken+arnoldus+ultee+1769&source=bl&ots=li4lqqvGwF&sig=jttBETU-yejF8P1KtqRzfpsXduU&hl=en&sa=X&ei=caSnUqPDFMHM0QXD4oGICg&redir_esc=y#v=onepage&q=jaerboeken%20arnoldus%20ultee%201769&f=false

http://books.google.pt/books?id=6GpKAAAAYAAJ&pg=PA1281&dq=jaerboeken+montfoort+1779&hl=en&sa=X&ei=66SnUt3MO8Kw0AW8noGwBA&ved=0CDUQ6AEwAQ#v=onepage&q=jaerboeken%20montfoort%201779&f=false

Vooraf ...

Vooraf …

In het eerste deel “Een familie op de vlucht” zagen we dat de van oorsprong uit de omgeving van Verviers (Zuidelijke Nederlanden) afkomstige familie Ultee, uiteindelijk, via de Palts (Duitsland), in 1636 in de Republiek der Verenigde Nederlanden aankomt.

Na periodes in Utrecht, Leiden, Amsterdam en Abcoude, komt er in 1697 een gezin in Montfoort terecht. In dit Stichtse plaatsje zullen een aantal Ultees bijna een eeuw lang verblijven. Anderen vertrekken tussentijds naar het Hollandse Woerden. Beide plaatsen, slechts een aantal kilometers van elkaar verwijderd, hebben een enorme hoeveelheid archiefmateriaal voortgebracht. Het feit dat deze plaatsen onder een verschillend gezag stonden en dat twee Ultees (broers) deel uitmaakten van het stedelijk bestuur, maakt een vergelijking interessant.

Toch zal ik me in dit deel vooral bezig houden met de Montfoortse tak. Daarbij kon ik gebruik maken van de in 1988 verschenen uitgave "Montfoort, geschiedenis van een kleine Utrechtse stad, 1670-1750"*. Dit boek beschrijft heel uitgebreid een periode van tachtig jaar Montfoortse geschiedenis. De laatste ruim vijftig jaar van deze periode valt samen met de aanwezigheid van Ultees. Door gebruik te maken van de teksten (dikwijls integraal) uit genoemde uitgave, was ik in staat om onze familiegebeurtenissen in te passen. Op deze wijze ontstond een verhaal, met enerzijds een algemeen stuk geschiedenis over de stad Montfoort en anderzijds de lotgevallen en belevenissen van de Ultees. Maar ook Woerden komt, in deel IV, ruimschoots aan bod.

Verder wil ik nog aangeven dat ik door mijn vertrek met mijn gezin naar het buitenland, helaas al ruim 20 jaar geen archiefonderzoek meer kon doen. Jammer omdat ik bij het afronden van dit deel zelf alweer tegen vragen opliep die verder onderzoek in de archieven noodzakelijk maakt. Door de digitalisering van archieven en andere historische bronnen, heb ik toch nog een aantal vragen zelf kunnen beantwoorden. Maar ... er blijven er nog vele over. 
Daarom mijn advies: gaat u zelf ook eens op onderzoek uit !

* * * * * 
* Uitgave van Stichting Stichts-Hollandse Bijdragen, 1988.

Rudi Ultee