donderdag 12 december 2013

Touwslagerij (vervolg 2)


De verordening van de magistraat uit 1702 voor de draperie en spinnerij regelt vele zaken in deze branche.(117) Omdat de ordonnantie slechts vijf jaar na de aankomst van Hendrik (1697) in Montfoort is opgesteld, volgt ook deze tekst integraal.


Deze bepalingen waren op verzoek van de belangrijkste werkbazen opgesteld om enige orde binnen het ambacht te hebben.

Na de bloeiperiode in het midden van de 18e eeuw ging het snel bergafwaarts met de touwnijverheid. Deze ontwikkeling viel niet alleen in Montfoort te bespeuren maar was symptomatisch voor de teruggang van deze tak van nijverheid. In een enquête van 1815 meldde de stad dat er nog zes touwspinnerijen in werking waren.(118) Aan het eind van de negentiende eeuw was het ambacht geheel uit Montfoort verdwenen.

Vier mogelijke oorzaken zijn aan te wijzen voor de teruggang in de touwnijverheid.(119) De belangrijkste oorzaak was wel de achteruitgang in de scheepsbouw en in de haringvisserij. Een ontwikkeling die zich in 1750 inzette als gevolg van de concurrentie van andere landen. Ook werd de touwnijverheid in de steden beperkt door gildebepalingen, hoge lonen en hoge belastingen. Dit leidde tot ruticalisering van het ambacht omdat men op het platteland vrij was van stedelijke bepalingen. Het verval was in de steden daarom veel sneller dan op het platteland.

117 GAM 272.
118 Utrechtse gemeenten in 1815, 88-89.
119 De Graaf, 12.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten